De of het nachtzwaluw? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord nachtzwaluw? Is het de nachtzwaluw of het nachtzwaluw? Het juiste lidwoord dat je voor het woord nachtzwaluw moet gebruiken is:
De nachtzwaluw
Aanwijzend voornaamwoord nachtzwaluw
Dit of deze nachtzwaluw: deze nachtzwaluw
Dat of die nachtzwaluw: die nachtzwaluw

Bezittelijk voornaamwoord nachtzwaluw
Onze of ons nachtzwaluw: onze nachtzwaluw
Jouw of jou: jouw nachtzwaluw

Elke of elk nachtzwaluw?
Elke nachtzwaluw
Gerelateerd aan nachtzwaluw