De of het nabootsing? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord nabootsing? Is het de nabootsing of het nabootsing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord nabootsing moet gebruiken is:
De nabootsing
Aanwijzend voornaamwoord nabootsing
Dit of deze nabootsing: deze nabootsing
Dat of die nabootsing: die nabootsing

Bezittelijk voornaamwoord nabootsing
Onze of ons nabootsing: onze nabootsing
Jouw of jou: jouw nabootsing

Elke of elk nabootsing?
Elke nabootsing
Gerelateerd aan nabootsing