De of het nabespreking? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord nabespreking? Is het de nabespreking of het nabespreking? Het juiste lidwoord dat je voor het woord nabespreking moet gebruiken is:
De nabespreking
Aanwijzend voornaamwoord nabespreking
Dit of deze nabespreking: deze nabespreking
Dat of die nabespreking: die nabespreking

Bezittelijk voornaamwoord nabespreking
Onze of ons nabespreking: onze nabespreking
Jouw of jou: jouw nabespreking

Elke of elk nabespreking?
Elke nabespreking
Gerelateerd aan nabespreking