De of het naaktzwemmen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord naaktzwemmen? Is het de naaktzwemmen of het naaktzwemmen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord naaktzwemmen moet gebruiken is:
De naaktzwemmen
Aanwijzend voornaamwoord naaktzwemmen
Dit of deze naaktzwemmen: deze naaktzwemmen
Dat of die naaktzwemmen: die naaktzwemmen

Bezittelijk voornaamwoord naaktzwemmen
Onze of ons naaktzwemmen: onze naaktzwemmen
Jouw of jou: jouw naaktzwemmen

Elke of elk naaktzwemmen?
Elke naaktzwemmen
Gerelateerd aan naaktzwemmen