De of het naaktheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord naaktheid? Is het de naaktheid of het naaktheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord naaktheid moet gebruiken is:
De naaktheid
Aanwijzend voornaamwoord naaktheid
Dit of deze naaktheid: deze naaktheid
Dat of die naaktheid: die naaktheid

Bezittelijk voornaamwoord naaktheid
Onze of ons naaktheid: onze naaktheid
Jouw of jou: jouw naaktheid

Elke of elk naaktheid?
Elke naaktheid
Gerelateerd aan naaktheid