De of het mondkanker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord mondkanker? Is het de mondkanker of het mondkanker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord mondkanker moet gebruiken is:
De mondkanker
Aanwijzend voornaamwoord mondkanker
Dit of deze mondkanker: deze mondkanker
Dat of die mondkanker: die mondkanker

Bezittelijk voornaamwoord mondkanker
Onze of ons mondkanker: onze mondkanker
Jouw of jou: jouw mondkanker

Elke of elk mondkanker?
Elke mondkanker
Gerelateerd aan mondkanker