De of het molecuul? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord molecuul? Is het de molecuul of het molecuul? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord molecuul kunt gebruiken zijn:
Aanwijzend voornaamwoord molecuul
Dit of deze molecuul:
dit molecuul /
deze molecuul
Dat of die molecuul:
dat molecuul /
die molecuul
Bezittelijk voornaamwoord molecuul
Onze of ons molecuul:
onze molecuul /
ons molecuul
Jouw of jou:
jouw molecuul
Elke of elk molecuul?Elke molecuul /
elk molecuul
Gerelateerd aan molecuul