De of het molariteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord molariteit? Is het de molariteit of het molariteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord molariteit moet gebruiken is:
De molariteit
Aanwijzend voornaamwoord molariteit
Dit of deze molariteit: deze molariteit
Dat of die molariteit: die molariteit

Bezittelijk voornaamwoord molariteit
Onze of ons molariteit: onze molariteit
Jouw of jou: jouw molariteit

Elke of elk molariteit?
Elke molariteit
Gerelateerd aan molariteit