De of het minstreel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord minstreel? Is het de minstreel of het minstreel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord minstreel moet gebruiken is:
De minstreel
Aanwijzend voornaamwoord minstreel
Dit of deze minstreel: deze minstreel
Dat of die minstreel: die minstreel

Bezittelijk voornaamwoord minstreel
Onze of ons minstreel: onze minstreel
Jouw of jou: jouw minstreel

Elke of elk minstreel?
Elke minstreel
Gerelateerd aan minstreel