De of het minoriteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord minoriteit? Is het de minoriteit of het minoriteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord minoriteit moet gebruiken is:
De minoriteit
Aanwijzend voornaamwoord minoriteit
Dit of deze minoriteit: deze minoriteit
Dat of die minoriteit: die minoriteit

Bezittelijk voornaamwoord minoriteit
Onze of ons minoriteit: onze minoriteit
Jouw of jou: jouw minoriteit

Elke of elk minoriteit?
Elke minoriteit
Gerelateerd aan minoriteit