De of het ministerscrisis? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ministerscrisis? Is het de ministerscrisis of het ministerscrisis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord ministerscrisis moet gebruiken is:
De ministerscrisis
Aanwijzend voornaamwoord ministerscrisis
Dit of deze ministerscrisis: deze ministerscrisis
Dat of die ministerscrisis: die ministerscrisis

Bezittelijk voornaamwoord ministerscrisis
Onze of ons ministerscrisis: onze ministerscrisis
Jouw of jou: jouw ministerscrisis

Elke of elk ministerscrisis?
Elke ministerscrisis
Gerelateerd aan ministerscrisis