De of het minimumjeugdloon? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord minimumjeugdloon? Is het de minimumjeugdloon of het minimumjeugdloon? Het juiste lidwoord dat je voor het woord minimumjeugdloon moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord minimumjeugdloon
Dit of deze minimumjeugdloon:
dit minimumjeugdloon
Dat of die minimumjeugdloon:
dat minimumjeugdloon
Bezittelijk voornaamwoord minimumjeugdloon
Onze of ons minimumjeugdloon:
ons minimumjeugdloon
Jouw of jou:
jouw minimumjeugdloon
Elke of elk minimumjeugdloon?Elk minimumjeugdloon
Gerelateerd aan minimumjeugdloon