De of het mensa? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord mensa? Is het de mensa of het mensa? Het juiste lidwoord dat je voor het woord mensa moet gebruiken is:
De mensa
Aanwijzend voornaamwoord mensa
Dit of deze mensa: deze mensa
Dat of die mensa: die mensa

Bezittelijk voornaamwoord mensa
Onze of ons mensa: onze mensa
Jouw of jou: jouw mensa

Elke of elk mensa?
Elke mensa
Gerelateerd aan mensa