De of het meivakantie? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord meivakantie? Is het de meivakantie of het meivakantie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord meivakantie moet gebruiken is:
De meivakantie
Aanwijzend voornaamwoord meivakantie
Dit of deze meivakantie: deze meivakantie
Dat of die meivakantie: die meivakantie

Bezittelijk voornaamwoord meivakantie
Onze of ons meivakantie: onze meivakantie
Jouw of jou: jouw meivakantie

Elke of elk meivakantie?
Elke meivakantie
Gerelateerd aan meivakantie