De of het meetpunt? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord meetpunt? Is het de meetpunt of het meetpunt? Het juiste lidwoord dat je voor het woord meetpunt moet gebruiken is:
Het meetpunt
Aanwijzend voornaamwoord meetpunt
Dit of deze meetpunt: dit meetpunt
Dat of die meetpunt: dat meetpunt

Bezittelijk voornaamwoord meetpunt
Onze of ons meetpunt: ons meetpunt
Jouw of jou: jouw meetpunt

Elke of elk meetpunt?
Elk meetpunt
Gerelateerd aan meetpunt