De of het meetcel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord meetcel? Is het de meetcel of het meetcel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord meetcel moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord meetcel
Dit of deze meetcel:
deze meetcel
Dat of die meetcel:
die meetcel
Bezittelijk voornaamwoord meetcel
Onze of ons meetcel:
onze meetcel
Jouw of jou:
jouw meetcel
Elke of elk meetcel?Elke meetcel
Gerelateerd aan meetcel