De of het medeweten? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord medeweten? Is het de medeweten of het medeweten? Het juiste lidwoord dat je voor het woord medeweten moet gebruiken is:
Het medeweten
Aanwijzend voornaamwoord medeweten
Dit of deze medeweten: dit medeweten
Dat of die medeweten: dat medeweten

Bezittelijk voornaamwoord medeweten
Onze of ons medeweten: ons medeweten
Jouw of jou: jouw medeweten

Elke of elk medeweten?
Elk medeweten
Gerelateerd aan medeweten