De of het medescholier? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord medescholier? Is het de medescholier of het medescholier? Het juiste lidwoord dat je voor het woord medescholier moet gebruiken is:
De medescholier
Aanwijzend voornaamwoord medescholier
Dit of deze medescholier: deze medescholier
Dat of die medescholier: die medescholier

Bezittelijk voornaamwoord medescholier
Onze of ons medescholier: onze medescholier
Jouw of jou: jouw medescholier

Elke of elk medescholier?
Elke medescholier
Gerelateerd aan medescholier