De of het medeplichtigheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord medeplichtigheid? Is het de medeplichtigheid of het medeplichtigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord medeplichtigheid moet gebruiken is:
De medeplichtigheid
Aanwijzend voornaamwoord medeplichtigheid
Dit of deze medeplichtigheid: deze medeplichtigheid
Dat of die medeplichtigheid: die medeplichtigheid

Bezittelijk voornaamwoord medeplichtigheid
Onze of ons medeplichtigheid: onze medeplichtigheid
Jouw of jou: jouw medeplichtigheid

Elke of elk medeplichtigheid?
Elke medeplichtigheid
Gerelateerd aan medeplichtigheid