De of het matroos? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord matroos? Is het de matroos of het matroos? Het juiste lidwoord dat je voor het woord matroos moet gebruiken is:
De matroos
Aanwijzend voornaamwoord matroos
Dit of deze matroos: deze matroos
Dat of die matroos: die matroos

Bezittelijk voornaamwoord matroos
Onze of ons matroos: onze matroos
Jouw of jou: jouw matroos

Elke of elk matroos?
Elke matroos
Gerelateerd aan matroos