De of het mandril? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord mandril? Is het de mandril of het mandril? Het juiste lidwoord dat je voor het woord mandril moet gebruiken is:
De mandril
Aanwijzend voornaamwoord mandril
Dit of deze mandril: deze mandril
Dat of die mandril: die mandril

Bezittelijk voornaamwoord mandril
Onze of ons mandril: onze mandril
Jouw of jou: jouw mandril

Elke of elk mandril?
Elke mandril
Gerelateerd aan mandril