De of het malware? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord malware? Is het de malware of het malware? Het juiste lidwoord dat je voor het woord malware moet gebruiken is:
De malware
Aanwijzend voornaamwoord malware
Dit of deze malware: deze malware
Dat of die malware: die malware

Bezittelijk voornaamwoord malware
Onze of ons malware: onze malware
Jouw of jou: jouw malware

Elke of elk malware?
Elke malware
Gerelateerd aan malware