De of het maisakker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord maisakker? Is het de maisakker of het maisakker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord maisakker moet gebruiken is:
Het maisakker
Aanwijzend voornaamwoord maisakker
Dit of deze maisakker: dit maisakker
Dat of die maisakker: dat maisakker

Bezittelijk voornaamwoord maisakker
Onze of ons maisakker: ons maisakker
Jouw of jou: jouw maisakker

Elke of elk maisakker?
Elk maisakker
Gerelateerd aan maisakker