Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord magnetron? Is het de magnetron of het magnetron? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord magnetron kunt gebruiken zijn:
De magnetronHet magnetron
Aanwijzend voornaamwoord magnetron
Dit of deze magnetron:
dit magnetron / deze magnetron
Dat of die magnetron:
dat magnetron / die magnetron
Bezittelijk voornaamwoord magnetron
Onze of ons magnetron:
onze magnetron / ons magnetron
Jouw of jou: jouw magnetron
Elke of elk magnetron? Elke magnetron / elk magnetron