De of het magiër? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord magiër? Is het de magiër of het magiër? Het juiste lidwoord dat je voor het woord magiër moet gebruiken is:
De magiër
Aanwijzend voornaamwoord magiër
Dit of deze magiër: deze magiër
Dat of die magiër: die magiër

Bezittelijk voornaamwoord magiër
Onze of ons magiër: onze magiër
Jouw of jou: jouw magiër

Elke of elk magiër?
Elke magiër
Gerelateerd aan magiër