De of het maart? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord maart? Is het de maart of het maart? Het juiste lidwoord dat je voor het woord maart moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord maart
Dit of deze maart:
deze maart
Dat of die maart:
die maart
Bezittelijk voornaamwoord maart
Onze of ons maart:
onze maart
Jouw of jou:
jouw maart
Elke of elk maart?Elke maart
Gerelateerd aan maart