De of het maaitijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord maaitijd? Is het de maaitijd of het maaitijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord maaitijd moet gebruiken is:
De maaitijd
Aanwijzend voornaamwoord maaitijd
Dit of deze maaitijd: deze maaitijd
Dat of die maaitijd: die maaitijd

Bezittelijk voornaamwoord maaitijd
Onze of ons maaitijd: onze maaitijd
Jouw of jou: jouw maaitijd

Elke of elk maaitijd?
Elke maaitijd
Gerelateerd aan maaitijd