Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord maagschap? Is het de maagschap of het maagschap? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord maagschap kunt gebruiken zijn:
De maagschapHet maagschap
Aanwijzend voornaamwoord maagschap
Dit of deze maagschap:
dit maagschap / deze maagschap
Dat of die maagschap:
dat maagschap / die maagschap
Bezittelijk voornaamwoord maagschap
Onze of ons maagschap:
onze maagschap / ons maagschap
Jouw of jou: jouw maagschap
Elke of elk maagschap? Elke maagschap / elk maagschap