De of het maagdelijkheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord maagdelijkheid? Is het de maagdelijkheid of het maagdelijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord maagdelijkheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord maagdelijkheid
Dit of deze maagdelijkheid:
deze maagdelijkheid
Dat of die maagdelijkheid:
die maagdelijkheid
Bezittelijk voornaamwoord maagdelijkheid
Onze of ons maagdelijkheid:
onze maagdelijkheid
Jouw of jou:
jouw maagdelijkheid
Elke of elk maagdelijkheid?Elke maagdelijkheid
Gerelateerd aan maagdelijkheid