De of het lezenaar? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord lezenaar? Is het de lezenaar of het lezenaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord lezenaar moet gebruiken is:
De lezenaar
Aanwijzend voornaamwoord lezenaar
Dit of deze lezenaar: deze lezenaar
Dat of die lezenaar: die lezenaar

Bezittelijk voornaamwoord lezenaar
Onze of ons lezenaar: onze lezenaar
Jouw of jou: jouw lezenaar

Elke of elk lezenaar?
Elke lezenaar
Gerelateerd aan lezenaar