De of het levenslust? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord levenslust? Is het de levenslust of het levenslust? Het juiste lidwoord dat je voor het woord levenslust moet gebruiken is:
De levenslust
Aanwijzend voornaamwoord levenslust
Dit of deze levenslust: deze levenslust
Dat of die levenslust: die levenslust

Bezittelijk voornaamwoord levenslust
Onze of ons levenslust: onze levenslust
Jouw of jou: jouw levenslust

Elke of elk levenslust?
Elke levenslust
Gerelateerd aan levenslust