De of het levensdelict? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord levensdelict? Is het de levensdelict of het levensdelict? Het juiste lidwoord dat je voor het woord levensdelict moet gebruiken is:
Het levensdelict
Aanwijzend voornaamwoord levensdelict
Dit of deze levensdelict: dit levensdelict
Dat of die levensdelict: dat levensdelict

Bezittelijk voornaamwoord levensdelict
Onze of ons levensdelict: ons levensdelict
Jouw of jou: jouw levensdelict

Elke of elk levensdelict?
Elk levensdelict
Gerelateerd aan levensdelict