De of het leukocyt? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord leukocyt? Is het de leukocyt of het leukocyt? Het juiste lidwoord dat je voor het woord leukocyt moet gebruiken is:
De leukocyt
Aanwijzend voornaamwoord leukocyt
Dit of deze leukocyt: deze leukocyt
Dat of die leukocyt: die leukocyt

Bezittelijk voornaamwoord leukocyt
Onze of ons leukocyt: onze leukocyt
Jouw of jou: jouw leukocyt

Elke of elk leukocyt?
Elke leukocyt
Gerelateerd aan leukocyt