De of het leucine? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord leucine? Is het de leucine of het leucine? Het juiste lidwoord dat je voor het woord leucine moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord leucine
Dit of deze leucine:
dit leucine
Dat of die leucine:
dat leucine
Bezittelijk voornaamwoord leucine
Onze of ons leucine:
ons leucine
Jouw of jou:
jouw leucine
Elke of elk leucine?Elk leucine
Gerelateerd aan leucine