De of het lering? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord lering? Is het de lering of het lering? Het juiste lidwoord dat je voor het woord lering moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord lering
Dit of deze lering:
deze lering
Dat of die lering:
die lering
Bezittelijk voornaamwoord lering
Onze of ons lering:
onze lering
Jouw of jou:
jouw lering
Elke of elk lering?Elke lering
Gerelateerd aan lering