De of het leestijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord leestijd? Is het de leestijd of het leestijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord leestijd moet gebruiken is:
De leestijd
Aanwijzend voornaamwoord leestijd
Dit of deze leestijd: deze leestijd
Dat of die leestijd: die leestijd

Bezittelijk voornaamwoord leestijd
Onze of ons leestijd: onze leestijd
Jouw of jou: jouw leestijd

Elke of elk leestijd?
Elke leestijd
Gerelateerd aan leestijd