De of het leessnelheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord leessnelheid? Is het de leessnelheid of het leessnelheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord leessnelheid moet gebruiken is:
De leessnelheid
Aanwijzend voornaamwoord leessnelheid
Dit of deze leessnelheid: deze leessnelheid
Dat of die leessnelheid: die leessnelheid

Bezittelijk voornaamwoord leessnelheid
Onze of ons leessnelheid: onze leessnelheid
Jouw of jou: jouw leessnelheid

Elke of elk leessnelheid?
Elke leessnelheid
Gerelateerd aan leessnelheid