De of het leerdoel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord leerdoel? Is het de leerdoel of het leerdoel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord leerdoel moet gebruiken is:
Het leerdoel
Aanwijzend voornaamwoord leerdoel
Dit of deze leerdoel: dit leerdoel
Dat of die leerdoel: dat leerdoel

Bezittelijk voornaamwoord leerdoel
Onze of ons leerdoel: ons leerdoel
Jouw of jou: jouw leerdoel

Elke of elk leerdoel?
Elk leerdoel
Gerelateerd aan leerdoel