De of het leeftijdsgrens? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord leeftijdsgrens? Is het de leeftijdsgrens of het leeftijdsgrens? Het juiste lidwoord dat je voor het woord leeftijdsgrens moet gebruiken is:
De leeftijdsgrens
Aanwijzend voornaamwoord leeftijdsgrens
Dit of deze leeftijdsgrens: deze leeftijdsgrens
Dat of die leeftijdsgrens: die leeftijdsgrens

Bezittelijk voornaamwoord leeftijdsgrens
Onze of ons leeftijdsgrens: onze leeftijdsgrens
Jouw of jou: jouw leeftijdsgrens

Elke of elk leeftijdsgrens?
Elke leeftijdsgrens
Gerelateerd aan leeftijdsgrens