De of het leefklimaat? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord leefklimaat? Is het de leefklimaat of het leefklimaat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord leefklimaat moet gebruiken is:
Het leefklimaat
Aanwijzend voornaamwoord leefklimaat
Dit of deze leefklimaat: dit leefklimaat
Dat of die leefklimaat: dat leefklimaat

Bezittelijk voornaamwoord leefklimaat
Onze of ons leefklimaat: ons leefklimaat
Jouw of jou: jouw leefklimaat

Elke of elk leefklimaat?
Elk leefklimaat
Gerelateerd aan leefklimaat