De of het landschapsboer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord landschapsboer? Is het de landschapsboer of het landschapsboer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord landschapsboer moet gebruiken is:
De landschapsboer
Aanwijzend voornaamwoord landschapsboer
Dit of deze landschapsboer: deze landschapsboer
Dat of die landschapsboer: die landschapsboer

Bezittelijk voornaamwoord landschapsboer
Onze of ons landschapsboer: onze landschapsboer
Jouw of jou: jouw landschapsboer

Elke of elk landschapsboer?
Elke landschapsboer
Gerelateerd aan landschapsboer