De of het landingsoefening? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord landingsoefening? Is het de landingsoefening of het landingsoefening? Het juiste lidwoord dat je voor het woord landingsoefening moet gebruiken is:
De landingsoefening
Aanwijzend voornaamwoord landingsoefening
Dit of deze landingsoefening: deze landingsoefening
Dat of die landingsoefening: die landingsoefening

Bezittelijk voornaamwoord landingsoefening
Onze of ons landingsoefening: onze landingsoefening
Jouw of jou: jouw landingsoefening

Elke of elk landingsoefening?
Elke landingsoefening
Gerelateerd aan landingsoefening