De of het landbouwhuisdier? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord landbouwhuisdier? Is het de landbouwhuisdier of het landbouwhuisdier? Het juiste lidwoord dat je voor het woord landbouwhuisdier moet gebruiken is:
Het landbouwhuisdier
Aanwijzend voornaamwoord landbouwhuisdier
Dit of deze landbouwhuisdier: dit landbouwhuisdier
Dat of die landbouwhuisdier: dat landbouwhuisdier

Bezittelijk voornaamwoord landbouwhuisdier
Onze of ons landbouwhuisdier: ons landbouwhuisdier
Jouw of jou: jouw landbouwhuisdier

Elke of elk landbouwhuisdier?
Elk landbouwhuisdier
Gerelateerd aan landbouwhuisdier