De of het kundigheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kundigheid? Is het de kundigheid of het kundigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kundigheid moet gebruiken is:
De kundigheid
Aanwijzend voornaamwoord kundigheid
Dit of deze kundigheid: deze kundigheid
Dat of die kundigheid: die kundigheid

Bezittelijk voornaamwoord kundigheid
Onze of ons kundigheid: onze kundigheid
Jouw of jou: jouw kundigheid

Elke of elk kundigheid?
Elke kundigheid
Gerelateerd aan kundigheid