De of het kruissjorring? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kruissjorring? Is het de kruissjorring of het kruissjorring? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kruissjorring moet gebruiken is:
De kruissjorring
Aanwijzend voornaamwoord kruissjorring
Dit of deze kruissjorring: deze kruissjorring
Dat of die kruissjorring: die kruissjorring

Bezittelijk voornaamwoord kruissjorring
Onze of ons kruissjorring: onze kruissjorring
Jouw of jou: jouw kruissjorring

Elke of elk kruissjorring?
Elke kruissjorring
Gerelateerd aan kruissjorring