De of het kruisproef? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kruisproef? Is het de kruisproef of het kruisproef? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kruisproef moet gebruiken is:
De kruisproef
Aanwijzend voornaamwoord kruisproef
Dit of deze kruisproef: deze kruisproef
Dat of die kruisproef: die kruisproef

Bezittelijk voornaamwoord kruisproef
Onze of ons kruisproef: onze kruisproef
Jouw of jou: jouw kruisproef

Elke of elk kruisproef?
Elke kruisproef
Gerelateerd aan kruisproef