De of het kredietgever? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kredietgever? Is het de kredietgever of het kredietgever? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kredietgever moet gebruiken is:
De kredietgever
Aanwijzend voornaamwoord kredietgever
Dit of deze kredietgever: deze kredietgever
Dat of die kredietgever: die kredietgever

Bezittelijk voornaamwoord kredietgever
Onze of ons kredietgever: onze kredietgever
Jouw of jou: jouw kredietgever

Elke of elk kredietgever?
Elke kredietgever
Gerelateerd aan kredietgever