De of het kosteloosheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kosteloosheid? Is het de kosteloosheid of het kosteloosheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kosteloosheid moet gebruiken is:
De kosteloosheid
Aanwijzend voornaamwoord kosteloosheid
Dit of deze kosteloosheid: deze kosteloosheid
Dat of die kosteloosheid: die kosteloosheid

Bezittelijk voornaamwoord kosteloosheid
Onze of ons kosteloosheid: onze kosteloosheid
Jouw of jou: jouw kosteloosheid

Elke of elk kosteloosheid?
Elke kosteloosheid
Gerelateerd aan kosteloosheid