De of het koren? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord koren? Is het de koren of het koren? Het juiste lidwoord dat je voor het woord koren moet gebruiken is:
Het koren
Aanwijzend voornaamwoord koren
Dit of deze koren: dit koren
Dat of die koren: dat koren

Bezittelijk voornaamwoord koren
Onze of ons koren: ons koren
Jouw of jou: jouw koren

Elke of elk koren?
Elk koren
Gerelateerd aan koren