De of het koopjesperiode? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord koopjesperiode? Is het de koopjesperiode of het koopjesperiode? Het juiste lidwoord dat je voor het woord koopjesperiode moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord koopjesperiode
Dit of deze koopjesperiode:
deze koopjesperiode
Dat of die koopjesperiode:
die koopjesperiode
Bezittelijk voornaamwoord koopjesperiode
Onze of ons koopjesperiode:
onze koopjesperiode
Jouw of jou:
jouw koopjesperiode
Elke of elk koopjesperiode?Elke koopjesperiode
Gerelateerd aan koopjesperiode